Nou nee. Een nederlaag zou ik het niet willen noemen. Ik zou liever zeggen dat het geen overwinning was. Dat klinkt gewoon net even een tikkeltje gezelliger. En het klopt toch? Het was ook geen overwinning. Bij lange na niet. Tenminste. Als je het vergelijkt met iets. Maar ja. Dat is weer zo typisch Nederlands. Dat we het altijd weer moeten gaan vergelijken met iets. Komt nog bij. Het ligt er maar net aan waarmee je het vergelijkt. Als ik het bijvoorbeeld vergelijk met de uitslag uit het jaar 1954 dat zou ik dit zelfs een enorme overwinning willen noemen. En natuurlijk komt dat vooral doordat we in 1954 nog helemaal niet mee deden. Sterker. In 1954 was er nog niet eens sprake van de geboorte van onze lijsttrekker. Dus waar lullen we eigenlijk over? Het was gewoon een hele goeie uitslag.
We zijn ook niet echt een politieke partij. We zijn meer een beweging. En die beweging. Die zag je dus kraakhelder terug in de uitslag. We gingen van zo goed als niks naar zo goed als alles en van zo ongeveer alles naar zo ongeveer niks. Dat is ergens toch ook een soort van stabiliteit? Tenminste. Voor ons. En verder. We zijn populisten. Trotse populisten. En deze trotse populisten worden nu vervangen door andere trotse populisten. Dus. Als je dat uit probeert te leggen als een nederlaag dan snap je gewoon geen ene reet van het populisme.
Kijk. Het plan is vrij eenvoudig. Als we er tijdens de komende verkiezingen in slagen om iedere keer opnieuw alle trotse populisten te laten vervangen door andere trotse populisten dan moet het deze eeuw nog mogelijk zijn om elke strontvervelende omhooggevallen talentloze van middelmatigheid imploderende zeiksnor van een landgenoot in de een of andere uiterst lucratieve wachtgeldregeling te krijgen. Want daar gaat het om. We doen dit niet alleen voor Nederland. We doen dit ook voor onszelf. En dat doen we niet voor niks. Want wij zijn Nederland.
Natuurlijk gaat dat altijd ten koste van iets. Of iemand. Dat kan gewoon niet anders. Je kan alleen maar rijk worden over de rug van een ander als er voldoende van die andere ruggen voorradig zijn. Dat mogen buitenlandse ruggen zijn. Vrouwelijke ruggen. Dierlijke ruggen. Heuvelruggen. Kromme ruggen. Zo lang het maar geen rechte ruggen zijn. Met rechte ruggen hebben we slechte ervaringen. Daar zitten vaak mensen met principes aan vast. Die kosten klauwen vol met geld. En begrijp ons niet verkeerd. Ook voor de populist mag het allemaal best wel wat kosten. Graag zelfs. Zolang de baten onze kant maar op blijven rollen. In vrachtauto’s. In containerschepen. Vanaf elke vierkante centimeter grond. In een land waar alleen het geld nog groeit. Op onze ruggen.
Daarom kunnen we ook niks met dat belachelijke pleidooi voor meer schoonheid. Schoonheid is volkomen waardeloos. Schoonheid heeft nog nooit een verkiezing gewonnen. Schoonheid moet haar bek dicht houden. Schoonheid moet op haar rug blijven liggen. Schoonheid is geen partij.