Ze moeten dood. Allemaal. Wie? De anderen. Welke anderen? Nou ja. Gewoon. De anderen. Je weet wel. Waar je het meteen al aan ziet. Dat het niet de onzen zijn. Die bedoel ik. Die met die eigenaardige gewoontes. Dat rare haar. Die vreemde geurtjes. En die vosltrekt belachelijke god. Vooral dat. Ze hebben echt een belachelijke god. Heb je die weleens ontmoet? Nee toch? Kan ook niet. Die van hun is verzonnen. Echt. Wat een totale onzin. Een lachwekkend verzinsel. Een uit de duim gezogen god. Die ook nog eens almachtig zou zijn. Haha! Een almachtige god! Dat kan toch helemaal niet! Want er is maar één god die almachtig is. En dat is die van ons. Punt.
En dan dat achterlijke geweld. Dat meer dan verschrikkelijke achterlijke geweld. Daar zit al duizend jaar zo goed als geen enkele ontwikkeling in. Je schaamt je toch helemaal kapot als je daar naar zit te kijken. Het amateurisme. Het houtje. Het touwtje. Het knutselterrorisme. Het hopeloos gedateerde oog om oog om oog om oog om oog om oog om oog. Je zou ze toch alle tanden uit de bek willen slaan. Een belediging voor de soort. Zo zou ik ze toch echt wel willen noemen. Natuurlijk. Geweld is nooit de oplossing. Weet ik ook wel. Maar zij zijn begonnen. Wij maken alleen maar af.
Ze vermoorden onze kinderen. Dat is toch verschrikkelijk. Ze vermoorden onze kinderen. Dus ja. Dan doden wij hun kinderen. En nee. Dat is niet hetzelfde. Je moet goed luisteren. Wij vermoorden hun kinderen niet. Wij doden hun kinderen. Bij ons gaat het altijd per ongeluk. Dat noemen we beschaving. Wij gebruiken hele dure spullen. Uit respect. Voor die anderen. Die natuurlijk wel helemaal kapot moeten. Want ja. Het resultaat is heilig. Dat hebben we van de christenen geleerd. De Duitse christenen. Oorlog is voetbal.
We willen toch allemaal hetzelfde? Vrede! Dat is uiteindelijk ons gemeenschappelijke doel. Een prachtige, eeuwigdurende vrede. Zoals je die alleen maar kan vinden in een graf. In andermans graf. Dat dan weer wel. Want in je eigen graf heb je gewoon niet zo heel veel aan die vrede. Vraag dat maar aan John Lennon. Aan Ghandi. Aan Jezus Christus zelf. Dus ja. Ze moeten dood. Allemaal. Voor de vrede. Onze lieve vrede.
Samen? Haha! Hoe dan? Naast elkaar? Dat kan toch helemaal niet. Heb je gezien hoe druk het hier is? Het is hier gewoon hartstikke vol. Er is hier absoluut geen ruimte meer. Nou ja. Nog niet. We zijn nu plek aan het maken. Voor die van ons. Is toch overal hetzelfde? Je hebt een herder. Je hebt een kudde. En daar wil je geen wolven bij hebben. Omdat die de kudde bedreigen. Met hun rare gewoontes. Hun ongebreidelde vraatzucht. Hun godvergeten agressie. Daarom moeten ze kapot. Voordat het te laat is. En nee. Dat is geen kwestie van willen. Dat is een kwestie van moeten. Omdat het anders ons geschiedt.