Het zijn zware tijden voor een artiest. Zo heb ik het optreden dat ik aanstaande zaterdag zou hebben in een theatertje in Amsterdam tot mijn grote spijt af moeten zeggen. Want geloof het of niet, er waren nog geen 200 kaarten verkocht. Nog geen 200! Voor een artiest van het kaliber van Meneertje Manuel! En echt, het is geen arrogantie, maar als 1 of andere droplul uit onze hoofdstad belt met de mededeling dat er nog geen 200 kaarten zijn verkocht voor mijn door de landelijke pers zo alom bejubelde voorstelling, ja dan houd het gewoon op. Voor die armzalige hoeveelheid belangstelling stap ik nog niet eens in een onderbroek, laat staan in de auto. Er heeft nog een stukje in het Parool gestaan, over de arrogantie van de provinciale artiest in dit land. Dat die nog liever een potje gaat klootschieten dan zijn kunsten te vertonen voor nog geen 200 betalende bezoekers. Maar laten we de feiten eens op een rijtje zetten. Nog geen 200 betalende bezoekers die nog geen 23 euro voor hun kaartje betalen en waarvan ik dan 70 procent van de recette in ontvangst zou mogen nemen. Dat zou betekenen dat ik aan het eind van de avond met iets meer dan 3000 euro naar huis zou gaan. En daar gaat dan ook nog eens de diesel vanaf, een chinese rijsttafel voor twee personen en allerlei onvoorziene kosten die ook zomaar in de tientallen euro’s kunnen gaan lopen. En ik weet niet wat uw beeld is van de gemiddelde artiest in dit land, ik kan u verzekeren dat als u zich laat afschepen met een dergelijke fooi, dat je dan binnen de kortste tijd alleen nog maar je gezicht kan vertonen op braderieën en zo hier en daar een kerstmarkt. En vooral dat laatste is niks meer dan veredelde seizoensarbeid. Ik weet het, er zijn Nederlanders zat die er van dromen om na anderhalf uur werk naar huis te gaan met een kleine 3000 euro. Er zijn nu eenmaal een heleboel B-artiesten in dit land. Maar voor de absolute elite onder onze theatermakers is 3000 euro het bedrag dat ze uitgeven om zich door een Syrische vluchteling op een bootje ergens op zee de tandjes te laten poetsen terwijl deze staand op 1 been een liedje van Toon Hermans playbackt. Die hebben zich losgezongen van de werkelijkheid. En dat mag wat kosten. Het was overigens een theatertje met maar 175 stoelen. Maar dat terzijde.