Voor mijn volgende theatervoorstelling ben ik nog op zoek naar 120.000 nertsen. En dan niet alleen de velletjes, de diertjes moeten er zelf nog in zitten. Ik heb namelijk al een jas. De nertsen hoeven niet in blakende gezondheid te verkeren. Liever niet zelfs. Ze mogen wat mij betreft allemaal geleverd worden met een snotneus, een koortslip en wat lichte verhoging. Ze hoeven ook nog niet zindelijk te zijn. Is nergens voor nodig. Zeker niet als je weet wat ik met die vrolijkerds van plan ben! Laten we zeggen dat zindelijkheid optioneel is. Net als meertaligheid.
Ik heb deze 120.000 nertsen wel een beetje snel nodig. Morgenmiddag om 16.00 uur. Dan moet namelijk de subsidieaanvraag de deur uit. Dat is nog lang geen gelopen race. Vanuit de Randstad vragen theatermakers ook om geld! Die willen iets met zeehondjes gaan doen! De concurrentie is moordend!
Het idee achter de voorstelling is om in ieder geval inclusiviteit een kans te geven. Mijn opdracht als theatermaker is het om verschillende disciplines met elkaar te combineren. Ik wil iets doen met rapmuziek. Met kapmessen. Met de voortdurende spanning tussen theorie en praktijk. En dus met die 120.000 nertsen. Ik heb ook al een titel voor de voorstelling: BloedBadr.
Het toneelbeeld is van een verbluffende eenvoud. Er is alleen maar een deurtje zichtbaar. Als het zaallicht uit gaat speel ik een beetje op mijn gitaar. Daarna val ik op mijn knieën, roep 7 keer om een geadopteerde achternicht van Ferdinand Grapperhaus, spuit een tube ketchup leeg op een kapotte spiegel en open heel voorzichtig het deurtje waarna de 120.000 nertsen in een keurige rij het toneel op komen lopen.
Vanaf dat moment is het de beurt aan de gastacteurs. Er komen twee rijen met Amsterdamse en Rotterdamse rappers het podium op, die onder het zingen van vrolijke Sinterklaasliedjes die nertsen helemaal kapot knuppelen. Dat kan best wel eventjes duren. We hebben dit niet echt kunnen repeteren maar we verwachten dat we in de loop van 2023 de laatste nerts op de kop hebben getikt. Dit moeten we nog wel even kortsluiten met het ministerie. Het zou kunnen dat we hiermee de aangevraagde subsidie gaan verspelen. En dat moeten we niet willen in dit land.
Mocht de subsidie onverhoeds worden ingetrokken, dan zullen wij onmiddellijk overstappen op plan B. Dan vragen we schadevergoeding aan. Schadevergoeding is namelijk ook gewoon geld. Dat vergeten de mensen wel eens. Zeker de mensen die in het theater werken. Schadevergoeding is ook een soort van subsidie. Maar dan anders. Want waar subsidie geld is dat we gratis en voor niks weggeven aan linkse hobby’s,
is schadevergoeding geld dat we gratis en voor niks geld weggeven aan rechtse liefhebberijen.
Dat is dan ook mijn tip van de week. Dreigt er een hele bedrijfstak definitief om te vallen? Maak daar dan geen drama van. Ga er mee het theater in.