Een redelijk moderne hedendaagse asielzoeker met alles erop en eraan kost de samenleving zo’n 27.100 euro. Per jaar. Dat is de kale prijs. Casco. Instapmodelletje. Deze asielzoeker zal van dat bedrag te eten en te drinken krijgen, er is met een beetje geluk iets van een dak boven het hoofd geregeld plus natuurlijk wat basale gezondheidszorg gecombineerd met de traditionele gekmakende stroperige bureaucratie die zo’n vluchteling weleens terug doet verlangen naar de heerlijke ongedwongenheid van een oorlogsgebied. Die 27.100 euro verdelen we vervolgens netjes over Nederlandse bakkers, Nederlandse slagers, Nederlandse supermarkteigenaren, Nederlandse artsen, Nederlandse fietsenmakers, Nederlandse elektrohandelaren, Nederlandse tandartsen en Nederlandse ambtenaren waarna er na aftrek van al deze kosten op jaarbasis zo’n 1 euro en 24 eurocent overblijft voor de asielzoeker zelf die daar dan met wat kunst en vliegwerk de volgevreten profiteur van uit kan gaan hangen. Let wel. Dit gemiddelde bedrag zijn we kwijt aan een asielzoeker in de reguliere opvang. Asielzoekers in de noodopvang kosten het dubbele en dat dubbele bedrag verdelen we vervolgens keurig over diezelfde Nederlandse bakkers, Nederlandse slagers, Nederlandse supermarkteigenaren, Nederlandse artsen, Nederlandse fietsenmakers, Nederlandse elektrohandelaren, Nederlandse tandartsen, Nederlandse ambtenaren waarna de andere helft naar de Nederlandse vastgoedbezitters gaat. Inderdaad. De verdubbeling van het bedrag wordt voornamelijk veroorzaakt door de gestegen kosten van huisvesting en een onderzoek in opdracht van mijn natte vinger heeft uitgewezen dat dankzij deze zogenaamde noodoplossing duizenden hardwerkende Nederlandse ondernemers het miljonairschap zo goed als in hun schoot geworpen is.
Het is een industrie.
Als je honderden vluchtelingen opvangt in een leegstaand hotel ergens op het platteland ontvang je als eigenaar van dat hotel dus jaarlijks miljoenen euro’s. Deze eigenaar is dus absoluut niet gebaat bij voldoende bestaande plekken in de reguliere opvang. Wat deze hoteleigenaar dus doet is aansluiting zoeken bij een politieke partij en die politieke partij onder druk zetten om zoveel mogelijk van deze reguliere opvangplekken weg te bezuinigen waarna hij dan bij de door hem zelf veroorzaakte crisissituatie de reddende engel uit kan hangen waar hij natuurlijk wel noodgedwongen een bijpassend neo liberaal prijskaartje aan knoopt.
Het is een industrie.
Een andere rekensom leert ons dat er op dit moment minstens 50 Tweede Kamerleden aan het werk zijn die hun verkiezing enkel en alleen te danken hebben aan hardvochtige anti vluchtelingen-retoriek en daar een salaris van rond de 120.000 euro bruto voor opstrijken, knarsetandend bij elkaar geharkt door weer een andere groep hardwerkende Nederlandse belastingbetalers.
Een industrie.
We zijn allemaal mensen. En mensen hebben de klassieke neiging om de oorzaak van hun eigen ongeluk altijd weer af te schuiven op een andere groep die niet in staat zal zijn zich tegen deze beschuldigingen te verdedigen. Omdat ze hier nog niet eens zijn. En een gewiekst politicus weet dat. Die zorgt er voor dat ook de mensen die zich op de absolute bodem van onze samenleving bevinden de mogelijkheid krijgen om eens lekker naar beneden te trappen.
En dat kost geld. Klauwen vol. Maar ja.
Het is.