Hij gaat gewoon nooit meer weg. Mark Tandplak. Een man die zich zelfs door de Holocaust heen had weten te lachen. Liberaal onkruid. Wat zegt u? Was dat een ongepaste opmerking? Welke opmerking? Die over de Holocaust? Ik heb nergens een opmerking gemaakt over de Holocaust! Dat liegt u! Wat zegt u? Nog maar een paar zinnen geleden? In deze column? Waar staat dat dan? Oh. Nou. Het mag zijn dat het er staat maar wat heeft dat met mij te maken? Die hele Holocaust, daar heb ik geen actieve herinnering meer aan. Ik kan die woorden dan ook met goed fatsoen niet terug nemen. Het zijn mijn woorden namelijk niet. Die woorden bestonden al. En als we nu ook al mensen tot verantwoording gaan roepen die niks anders doen dan bestaande woorden in een willekeurige volgorde zetten, dan is het hek van de dam. Of je nou de waarheid spreekt of de boel bij elkaar liegt, dat kan met exact dezelfde woorden. Ik zeg ook nergens dat Mark Rutte dood moet. Dat kan ook niet. Daar zorgen de christenen wel voor. Die hadden met hun pink het laatste duwtje kunnen geven. Maar dat deden ze niet. Dus stond Mark weer op. Zalig Pasen.
Natuurlijk is dat opnieuw een mes in de rug van Pieter. Maar die kan dat hebben. Want Pieter is zelf een christen. En een christen hoort te lijden. En dan hebben we het niet over ondragelijk lijden. Dit gaat hier niet over de Holocaust. We hebben het over de christenen. Die lijden hooguit een beetje mee. Die zitten toch vaker in het kamp van de daders dan in de kampen van de slachtoffers. Vraag dat maar aan de moslims. Wat zegt u? Was dat alweer een ongepaste opmerking? Waar dan? Ik zeg toch nergens expliciet dat het onvoorstelbare leed in het Midden Oosten is veroorzaakt door christelijk handelen? En nu ik dat wel heb gedaan wil ik meteen helder maken dat het mijn woorden niet zijn. Ik heb die woorden ergens horen vallen. Via via. En ja. Die woorden heb ik vervolgens opgeraapt. Zwerfvuil van de geschiedenis. Meer is het niet. Ik ben hier alleen maar de boodschapper. De nar. Een clown. De vuilnisman. Ik draag geen enkele verantwoordelijkheid. Ik ben een kunstenaar. Mijn taal is vrij. Niet vogelvrij. Vrij. Al wil ik dat wel direkt en volledig overtuigd van mijn eigen gelijk volmondig tegenspreken. Ik heb nergens beweerd dat ik een kunstenaar ben.
Dat zou toch ook bespottelijk zijn! Ik! Een kunstenaar! Ik begrijp donders goed wat hier aan de hand is. U wilt mij in het hoekje van de waarheidssprekers duwen. Omdat ik zo hartstochtelijk geloof in de schoonheid. De schoonheid van de dingen. En dat er over die schoonheid nooit gelogen kan worden. Omdat schoonheid waarheid is. Wat een onzin. Een gotspe. Schoonheid is een leugen. Juist omdat het de waarheid is. En die kun je vergeten.