Lijkt me wel een dingetje. Dat je thuis komt na een dag hard werken en dan je vrouw treft die hoogst ongeduldig al in de deuropening op je staat te wachten en die dan ook nog op een toon die we het beste kunnen omschrijven als net iets te bits aan je vraagt: ‘Waar is de boot?’ En dat je dan een keertje diep moet zuchten, bedremmeld naar de punten van je zeiknatte schoenen kijkt en antwoordt: ‘ De boot? Welke boot? Ik was niet met de boot. Ik was lopend. Toch? ‘
En dan je vrouw weer: ‘ Hang nou niet de onnozele uit, Dimitri. Je was met de boot. En niet met zomaar een boot. Je was bijvoorbeeld niet met de Kameleon. Want die ligt nog gewoon achter het huis in de sloot. Waar hij altijd ligt. Nee Dimitri. Je was met de Moskva! En dat weet je. Want de Moskva, dat is zo ongeveer de grootste boot die we hebben. Die heb ik onlangs nog staan poetsen en dat weet ik nog goed want dat poetsen nam 5 en een halve maand in beslag…’
“Oh ja! De Moskva! Bedoel je die? Die hele grote! Met al die kanonnen en zo… Maar zeg dat dan meteen! Effen denken. De Moskva…. Waar heb ik die ook alweer gelaten. Oh ja! Die ligt voor anker! Of nou ja. Ernaast. Ja! Die ligt naast het anker! Dat is een hele nieuwe manier van inparkeren. Veilig ook. Zo krijgen we geen krassen op de lak.’
‘Wat een ontzettend lulverhaal, Dimitri. De Moskva is gezonken! Gekelderd! Aan flarden geschoten! Kaputt! Dat is een ex-boot. Ein das-war-einmahl-schiff! Je hebt die hele dure boot noodgedwongen achter je moeten laten op de bodem van de Zwarte Zee!’
‘Nou. Om te beginnen, het is niet zo’n hele dure boot. Nog geen miljard. Dat compenseren we dagelijks met de verkoop van olie en gas. Dus waar lullen we nou over. Dure boot… Die van Abramovitsj bijvoorbeeld is duurder. En hij is dus niet echt gezonken. We hebben hem gewoon wat lager in het water laten liggen. Is toch een wezenlijk verschil. En oh ja. Het waaide ook best hard.’
‘Jouw boot is gewoon vernietigd door de Oekraïners! De Oekraïners! Die godvergeten amateurs die volgens Vladimir de Verdrietige nog geen deuk in een pakje boter zouden schieten! Die ervoor gezorgd hebben dat er inmiddels duizenden dode Russische militairen als margarine door hun uitgebrande tanks zijn gesmeerd? Met je fucking pakje boter. Die Oekraïners!? We worden aan alle kanten vernederd. Lachwekkend. Dat zijn we. En niks. Dat kunnen we. En ik hou mijn hart vast als we straks onze kernwapens in moeten gaan zetten. Want die ontploffen al in hun silo’s. Omdat het schuifdak is vastgeroest. Of die vallen al na een kilometer uit de lucht. Omdat er niet genoeg benzine in de motor zit. Jij blijft morgen maar lekker thuis, Dimitri. Dat lijkt me een stuk veiliger. Zeker voor onszelf.’