Testen. Daar ben ik een enorme voorstander van. Testen. Testen. Testen. De hele dag door. En dan werkelijk alles en iedereen. Zeker als mensen het theater bezoeken moet er uitputtend getest worden. Ik werk namelijk in dat theater. Daar zet ik al meer dan 30 jaar mijn gezondheid op het spel. En dat wil ik nog tientallen jaren blijven doen. Correctie. Dat moet ik nog tientallen jaren blijven doen. Ik heb namelijk geen pensioen. Ik heb een gitaar.
Het theater is voor mij van levensbelang. En daar hoort een veilige werkplek bij. Dat snap ik ook wel. Die moet gecreëerd worden. Het publiek wil dat graag. Zo’n veilige werkplek. De mensen moeten beschermd worden. Het is de tijdgeest. Niet echt een hoogtepunt in de geschiedenis van het vrije woord. Maar ja. Het theater. Dat theater is ook wel een beetje mijn werkplek. En daar mag wat betreft werkelijk alles gezegd worden.
Want zo zie ik het graag. Maar dat is op het podium. Mijn podium. Daar mag het onveilig zijn. In het theater mogen onaanvaardbare risico’s genomen worden. Niet door jullie. Door mij. Dat recht is alleen mij gegeven. Dat noemen we artistieke vrijheid. En dat herdenken jullie dan. Opdat jullie mij nooit vergeten.
Dat geldt natuurlijk niet voor de anderen. Het publiek. De mindere goden. Voor het plebs dat in de zaal plaats moet nemen is het een totaal ander verhaal. Die moet je echt in de gaten houden. Daar zit van alles tussen. En dat is dan ook het probleem. Je weet nooit precies wat je tijdens een avondje theater aan onguur volk op je tribune hebt ziten. En wat ze bij zich dragen, al dan niet verborgen. Steekwapens, bedorven etenswaren, rare denkbeelden of zeldzame ziektekiemen. Dat zie je niet. Daar moet dus flink op getest worden. Kan gewoon op de stoep voor het theater. Dat de toeschouwers door een soort van wasstraat moeten en dat ze op het moment dat ze mijn zaal binnen komen niet alleen voor het eerst in tijden een beetje fris ruiken, maar dat ik als artiest ook weet waar ze tijdens de voorstelling op te pakken zijn. Dat gaan we onderzoeken.. Mijn hooggeëerd publiek. Uw politieke voorkeur. Een Hiv-besmetting waar u te lang mee door heeft gelopen. Ontrouw. Wachtwoorden. Ik wil ook weten wat uw huidskleur is. Dat is namelijk slecht te zien in de meeste theaters. Ik wil weten of u weleens gebeld heeft met minderjarige jongens. Of u subsidie ontvangt. Of u met uw buik stemt. Of met uw voeten. En natuurlijk staat dit alles op gespannen voet met uw grondrechten. Maar dat is nou net de grap. Voor ons.